De (tweede) polemiek voor het stemmen
Een weerlegging van 2 artikelen van de Vrije Bond over stemmen
Naast het artikel van Peter Storm waar mijn vorige artikel op in ging, kreeg ik als antwoord op mijn verzoek om anarchistische anti-stem-argumenten ook twee artikelen van de Vrije Bond toegestuurd: ‘Boycot de verkiezingen’ uit 2010 en ‘Hoera, democratie?!’ uit 2021.
I — Boycot de verkiezingen
Het kortere Boycot de verkiezingen lijdt onder veel van dezelfde argumentatieve hordes waar Storm in zijn artikel ook over struikelde. Het adresseert terecht de tekortkomingen van verkozen politici — ze zijn vrij om valse beloftes te maken om verkozen te worden, ze zijn niet aan de lijn te houden in de 4 jaar nadat ze gekozen zijn, en ze zijn niet terug te roepen. Een aantal van deze zaken zou een partij kunnen adresseren (door bijvoorbeeld het lidmaatschap van verkozen leden af te laten hangen van hun gedrag in een Kamer/raad), maar een deel van de problemen is inherent aan verkozen partijen onder de huidige kieswet. Akkoord, in principe, met het idee dat politici van zichzelf niet te vertrouwen zijn. Ze vereisen een rigide partijbeweging om ze de juiste kant op te sturen en, wanneer ze zich gedurende een termijn misdragen, ze niet langer het lidmaatschap van de partij en het platform voor herverkiezing dat daarbij hoort te gunnen. En zelfs dan zijn ze niet ideaal — dat stelt ook niemand.
Waar de mysterieuze schrijver van het opiniestuk (dat toegeschreven is door Het Secretariaat van de Vrije Bond, wat ironisch is, aangezien secretariaten juist van besturen onderscheiden dienen te worden doordat de eerste slechts administratieve en geen lijnvormende taken hebben) verder gaat dan Storm en daarmee ook verder de mist in, is dat niet stemmen wordt uitgelijnd als essentieel onderdeel van anarchisme. De schrijver gaat zelfs ver genoeg om te zeggen dat ‘anarchisten geloven dat niet stemmen de eerste stap is om verandering te bewerkstelligen.’ Zoals in mijn vorige stuk genoemd is dit een onhoudbare lijn voor een grote of groeiende beweging: als een significant deel van de mensen ideologische eenheid vindt op links, en door de lijn van de Vrije Bond te volgen niet stemt, neemt het (extreem)rechtse aandeel in alle vertegenwoordigende organen toe — en daarmee de direct fysieke én de economische staatsrepressie toe.
Uiteindelijk leidt dit stuk naar hetzelfde gebrek aan conclusie waar het stuk van Storm aan onder ging: het biedt geen argument tegen stemmen. Het is een pleidooi voor andere vormen van actie, die effectiever zijn, maar geen pleidooi tegen stemmen. Deze tegenstelling is vals, en voor een radicale (en dus repressiegevoelige) politieke beweging gevaarlijk. Het verwerpen van alle mogelijke manieren om de omstandigheden van onze klasse te verbeteren omdat deze niet “de ware politiek” zijn, is een overidealistisch standpunt dat alleen vanuit een positie van relatief privilege ingenomen kan worden.
II — Hoera, democratie?!
Dit langere (en recente) artikel kent zijn eigen unieke tekortkomingen. Het begint met een incorrecte aanname — dat de partijen op wie we stemmen namens ons een regering in het zadel gaan helpen. Voor mensen die op liberale partijen als PvdA en GroenLinks — of, moge de goden me vergeven voor het uitspreken van de naam, D66 — stemmen klopt dit. Voor de eerste groep is het een waarschijnlijkheid dat ze zullen meeregeren met rechts als ze de kans krijgen, voor de tweede vrijwel een zekerheid. Het stembiljet is echter breder dan dat. Ook in het veel te liberale venstervan Overton dat ons parlement kent zijn er lijsten die extreem onwaarschijnlijk zullen bijdragen aan regeringen. Op het moment behoren naar mijn inzicht alleen BIJ1 en PvdD tot deze categorie — de SP heeft ROOD afgestoten juist omdat ze pleitten tot het voeren van principiële oppositie (onder andere redenen). De oppositiestrijd van deze partijen afdoen in dezelfde categorie als regeringspartijen is blind voor de werkelijkheid.
III — Hoera, democratie?!: Politici in soorten
Ja, veel politici zijn cynische klootzakken. Akkoord! VVD’ers (ik maak daar regeringspartijen van), Christenen (de aanhalingstekens laat ik weg — ik weiger mee te werken aan de imagorehabilitatie van het Christendom door de onderdrukkende politici te voorzien van een No True Scotsman in de vorm van suggestieve leestekens) en alle andere politici die het niet kan schelen als mensen verrekken. Tot daar zijn we het eens.
Het verhaal van bestuurders die de politiek verlaten en vervolgens een lucratieve baan krijgen aangeboden in de sector die zij feitelijk vertegenwoordigen is geen enkele Marxist vreemd. Het was Lenin die al in 1917 in De Staat en Revolutie exact dit proces beschreef, met als voorbeeld de Mensjewiek Palchinsky die, na zijn rol als minister, een functie voor 120.000 roebels per jaar werd aangeboden. De Vrije Bond is het hier met Lenin eens: dit is niets minder dan corruptie.
De beschuldiging dat politici die het hart wél op de juiste plaats hebben zitten hun beloftes niet waar maken, is in feite een van twee beschuldigingen: óf de auteur bekritiseert deze oprechte politici dat zij niet de parlementaire grootte hebben behaald om hun doelen te realiseren, óf de auteur beschuldigt ze ervan niet te doen wat ze kunnen binnen hun macht. Aangezien het een pleidooi tegen stemmen betreft, zal de tweede invulling van deze beschuldiging correcter zijn. Hier kan ik het simpelweg niet mee eens zijn. De zeldzame oppositiepolitici met een ideologisch juiste lijn — Sadet Karabulut* en Sylvana Simons in de Tweede Kamer bijvoorbeeld — zijn niet met droge ogen te beschuldigen van valse verkiezingsbeloftes of een gebrek aan inzet om hun idealen waar te maken.
*Ik betreur meer dan de lezer ooit zal weten dat Sadet Karabulut in 2022 in dienst is getreden als adviseur van Femke Halsema. Desondanks was het werk dat ze in de Tweede Kamer verrichtte het meest ideologisch pure anti-imperialisme dat ons Parlement in decennia heeft gekend. Haar werk omtrent de permanente oorlog blijft ondanks haar recente carrièremisstap een goede instap voor dit onderwerp.
Het fundamentele probleem met de lijn van niet stemmen uit zich hier: “je kunt stemmen wat je wilt, er verandert fundamenteel niets.” Dit standpunt schiet tekort omdat het stemmen alleen kan zien als een middel tot positieve verandering, zonder daar de tweede kant van de munt in mee te nemen: beschermen tegen verergering. Nee, links stemmen alleen gaat de maatschappij niet fundamenteel veranderen. Niet stemmen als massalijn is echter onhoudbaar, omdat het tot een parlementaire groei van (extreem)rechts leidt. Geloof me: verergering is mogelijk, en stemmen is de moeite waard om dat te voorkomen.
IV — Hoera, democratie?!: Maar wat dan?
Uiteindelijk komt de conclusie van dit artikel uit op de goede oude weigering om een simpele vraag te beantwoorden: waarom zou je niet stemmen? Omdat directe actie beter werkt, is het antwoord. Waarom niet beide? Deze vraag blijft onbeantwoord. Het blijft bij abstracties: verkiezingen verdoven, stemmen gooit zand in je ogen, etc.
De voorbeelden van directe actie die genoemd worden zijn roemwaardig: het anti-Zwarte Piet activisme van Quinsy Gario en Jerry Afriyie heeft veel bereikt, tegenover een grote last voor de activisten die jarenlang tegen racisme streden (en nog steeds strijden). Ik vraag de schrijver van de Vrije Bond dit: hoe duid je de rol van Sylvana Simons de afgelopen twee jaar in het maatschappelijk aankaarten van racisme? En verder: waarom kunnen deze twee vormen van maatschappelijke progressie niet samen gaan? In feite kunnen ze dat uiteraard wel. Stemmen doet geen haar af aan directe actie — ik durf te wedden dat Quinsy Gario ook gestemd heeft in 2021, aangezien hij zelf op de lijst stond.
Kraken wordt opgebracht als nog een voorbeeld van hoe directe actie beter werkt dan stemmen. De volgende keten van causaliteit wordt geschetst: er was een woningnood, mensen gingen kraken, er kwam een kraakverbod, en nu neemt de kraakbeweging af. Dit wordt aangedragen als een voorbeeld dat directe actie zou werken om de staatsmacht te bestrijden, terwijl het in feite een uitzonderlijk goed voorbeeld is van hoe kleinschalige directe acties niet kunnen leiden tot een beweging die de staat kan overwinnen — het kraakverbod is er, en wordt stevig gehandhaafd. Ik steun alle krakers van harte, maar het is voor iedereen duidelijk dat 1) kraken het probleem van de onderdrukkende staat niet gaat oplossen en 2) dat kraken voor een groot deel van de mensen simpelweg geen optie is, waardoor het nooit een structurele oplossing kan zijn voor de wooncrisis. Als je voor je werk afhankelijk bent van toegang tot een VOG, als je een betrouwbaar en vast thuisadres nodig hebt, als je toegankelijkheidsaanpassingen in je huis nodig hebt waar je alleen aanspraak op kan maken via officiële routes, als aanraking met justitie voor jou uitzetting of gevangenschap kan betekenen — dan is kraken geen optie. Er is dus méér nodig dan kraken. Als Marxisten realiseren we dat in de vorm van de partijbeweging.
“Zelf in actie komen werkt.” Zo wordt de slotparagraaf ingeluid. Beste Vrije Bond: daar zijn we het over eens! Daarom zit ik bij een vakbond, daarom demonstreer ik, daarom voer ook ik actie. Toch stem ik ook, want ik geloof erin dat oppositie nuttig en nodig is. Toch stem ik ook, want ik geloof dat de staatsrepressie nog erger kan worden als rechts nog groter wordt. Toch stem ik ook, want kom op — het is 30 minuten en een kruisje zetten.